Na jaren van daling van de tarieven van langlopende leningen naar historisch lage percentages, zijn de tarieven vanaf 2023 in een stijgende lijn terecht gekomen. Dit komt voornamelijk door de genomen maatregelen van de Europese Centrale Bank (ECB) om de inflatie te beteugelen. Analisten verwachten voor de komende periode een stijgend niveau van de tarieven voor langere rentevaste periodes.
Ook de tarieven van kortlopende leningen (1 jaar en korter) zijn, na jaren van daling van de tarieven naar historisch lage percentages, in een stijgende lijn terecht gekomen. Sinds september 2022 zijn negatieve rentes verleden tijd. Analisten verwachten ook hier voor de komende periode een stijgend niveau.
Verwijzend naar de voorgaande punten is het rentetarief voor het korte geld goedkoper dan dat voor het lange geld. Financiering voor een periode van 1 jaar of minder (kasgeld) heeft daardoor de voorkeur. Er is echter in de wet FIDO een kasgeldlimiet opgenomen. Na overschrijding van deze limiet (maximaal drie kwartalen achtereen) dient de financiering plaats te vinden met lang geld. Door deze situatie is de gemeente genoodzaakt om op termijn langlopende leningen aan te trekken.