Financiële positie

Prognose meerjarenbalans

Bedragen x € 1.000

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

31-12-2027

Vaste activa

Immateriële vaste activa

2.280

2.059

1.924

1.829

Materiële vaste activa

262.160

308.950

330.611

324.496

Financiële vaste activa

6.351

6.351

6.351

6.351

Totaal vaste activa

270.791

317.360

338.886

332.676

Vlottende Activa

Voorraden

26.178

10

-7.870

-6.870

Uitzettingen met een rentetypische-looptijd korter dan één jaar

50.500

50.500

50.500

50.500

Liquide middelen

622

622

622

622

Overlopende activa

11.206

11.206

11.206

11.206

Totaal vlottende activa

88.506

62.338

54.458

55.458

Totaal activa

359.297

379.698

393.344

388.134

Vaste passiva

Eigen vermogen

84.227

80.446

76.873

75.546

Voorzieningen

45.426

40.727

35.640

36.452

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

178.580

207.461

229.767

225.072

Totaal vaste passiva

308.233

328.634

342.280

337.070

Vlottende passiva

Netto-vlottende schulden met een rente-typische looptijd korter dan één jaar

6.856

6.856

6.856

6.856

Overlopende passiva

44.208

44.208

44.208

44.208

Totaal vlottende passiva

51.064

51.064

51.064

51.064

Totaal passiva

359.297

379.698

393.344

388.134

Uit de meerjarenbalans kan worden afgelezen dat Dijk en Waard de komende jaren behoorlijk gaat investeren in met name
materiële vaste activa (zie meerjarige ontwikkelingen op regel Materiële vaste activa). Naast de gebruikelijke (vervangings)investeringen uit het Meerjareninvesteringsschema wordt dit onder meer veroorzaakt door geplande investeringen in het Stationskwartier, onderwijshuisvesting en de ontwikkeling van het project Kanaalpark. Slechts een klein gedeelte van deze investeringen kan worden gefinancierd door de verkoop van voorraden grond (zie saldi-afname op regel Voorraden).

Daarnaast kan ook worden geconstateerd dat de saldi van het eigen vermogen en de voorzieningen (die beiden naast een bestedingsfunctie ook een financieringsfunctie hebben) de komende jaren gaan teruglopen (zie het meerjarig geschatte verloop op de regels Eigen vermogen en Voorzieningen). Het eigen vermogen wordt gevormd door de totaalsom van alle gemeentelijke reserves.
In het geval van deze reserves wordt dit veroorzaakt door het feit dat zij worden ingezet om bepaalde lasten in de exploitatie te dekken. Bij de voorzieningen worden de grootste mutaties veroorzaakt door de kosten van gepland groot onderhoud, die ten laste van de onderhoudsvoorzieningen worden afgeboekt.

Per saldo betekent dit dat er in de komende jaren meer een beroep zal moeten worden gedaan op externe financiering om al deze mutaties te kunnen uitvoeren (zie meerjarige ontwikkeling op regel Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer). De toename van de geprognosticeerde externe financieringsbehoefte kan als volgt inzichtelijk worden gemaakt:

Bedragen x € 1.000

Toename vaste activa

61.885

Afname voorraad grond

-33.048

Toename vaste en vlottende activa

28.837

Afname eigen vermogen en voorzieningen

17.654

Toename externe financieringsbehoefte

46.491


Hierbij past wel de nadrukkelijke opmerking dat de werkelijke ontwikkelingen slechts een indicatie geven en de komende jaren anders kunnen zijn dan de verwachtingen die in de prognose van de meerjarenbalans zijn opgenomen. Zo kunnen bijvoorbeeld daadwerkelijke investeringen en groot onderhoudswerken afwijken van de planning (lees: vertraging oplopen in de uitvoering). Dit zal gevolgen hebben voor de werkelijke financieringsbehoefte.

Deze pagina is gebouwd op 11/06/2023 13:31:12 met de export van 11/06/2023 13:22:02